Kiriko Mechanicus
“Je leeft en kiest een kader, kijkt naar buiten en selecteert een verhaal. Documentaires maken”, vertelt Kiriko Mechanicus, “doe je op dagelijkse basis.” Haar afstudeerdocumentaire A TOMATO TRAGEDY zoomt in op haar liefde voor én mythe over… de tomaat. Ze weidt uit over haar studietijd in Rome, een researchperiode in Zuid-Italië en haar toekomstplannen.
Kiriko opent haar voordeur nabij het Wallengebied in een grijs joggingpak. “Jasmijn of boekweitthee?” Vluchtig blikt ze naar buiten. “Ik hou ervan om uren uit mijn raam te staren, zowel aan de straat- als grachtkant.” Ze is een duizendpoot. Alvorens Kiriko wordt aangenomen op de Filmacademie in de richting Regie documentaire woont ze vijf jaar in Rome en studeert geschiedenis, toegespitst op culinaire vakken. Sindsdien staat ze te boek als culinair journalist, beeldend kunstenaar en documentairemaker. “Bijna niemand in Nederland verdient genoeg met alleen films, dus wanneer zich een nieuw idee aandient, kies ik het bijbehorende medium.” Toch overlappen haar projecten. Vaak gaan ze over eten, benut ze het geschreven woord en een camera.
Aanvankelijk kies je voor een studie geschiedenis. Waarom niet meteen de Filmacademie?
“Op zestienjarige leeftijd ging ik met de middelbare school naar Rome. Daar vertegenwoordigt ieder stadsdeel een andere periode uit de geschiedenis. Mijn geschiedenisdocent liet ons op een middag zelf een wijk uitkiezen.” Kiriko viel voor de Mussolini-wijk, het Olympisch Stadion. “Er studeren leek mij een romantisch idee. Ook naïef, maar die naïviteit wil ik de rest van mijn leven vasthouden. Je zwemt als het ware in een soort onzekerheid, die gelijkstaat aan een romantische levensstijl. Naïviteit heeft iets heel idealistisch.”
“Tijdens mijn studie leerde ik onder andere dat perspectief het enige is dat écht belangrijk is in de manier waarop je een verhaal vertelt. Daarom was de brug naar Regie documentaire voor mij een logische stap.”
Wat fascineert jou aan het beroep van documentaireregisseur?
“Documentaires maken doe je op dagelijkse basis. Je leeft en kiest een kader, kijkt naar buiten en selecteert een verhaal. Hoe je kadreert en hoelang dat verhaal duurt, wie de personages zijn en welke invulling je daaraan geeft, vind ik echt FUN. Verhalen kadreren is een mooi Nederlands ambacht. Nederlanders zijn echte realisten.” Daartegenover stelt Kiriko haar Japanse roots via haar moeder. “Zij zijn vooral spiritueel, vertellen over de hemel, goden. Hollanders kunnen de werkelijkheid nauwkeurig omschrijven en met beide benen op de grond blijven staan. Daarom zijn Nederlanders goed in documentaires maken.”
Kun je uitweiden over jouw afstudeerdocumentaire A TOMATO TRAGEDY?
“De documentaire gaat over migranten in Zuid-Italië, werkzaam op de tomatenvelden. Oorspronkelijk wilde ik een liefdesbrief maken voor de tomaat. Italianen vertellen er prachtig over. Bijvoorbeeld hoe de sappen ervan door hun aderen stromen: alsof ze zelf niet uit een baarmoeder maar uit die rode vrucht zijn geboren.” Kiriko maakt grote handgebaren.
“MIJN MOEDER, DE AARDE!” Dat enthousiasme over de tomaat ervaart ze niet in Nederland. “In Italië zie je op de markt twintig verschillende soorten. Iedereen komt op je af met adviezen. Het gesprek met vreemden dat volgt vind ik machtig mooi.”
Kiriko’s documentaire start als een journalistiek onderzoek, verteld op niet-journalistieke wijze. “In het begin vergat ik mijn eigen positie als onderzoeker. Ik wilde geen verhaal vertellen over mezelf, maar wel afreizen naar Zuid-Italië om daar de leefwijze vast te leggen van mensen die een ander leven leiden dan ik.” Advies en input krijgt ze van regisseur en extern begeleider Coco Schrijber (Bloody Mondays& Strawberry Pies, 2008) die haar vraagt: ‘Wat heb jij in Italië te zoeken? Wat ga jij er precies doen?’ Kiriko: “Uiteindelijk gaat een groot deel van de film erover wat het doet voor onze omgeving wanneer wij als Europeanen in een tomatenveld staan.”
Je documentaire vertelt over de liefde voor de tomaat, maar ook over de keerzijde ervan, de mythe. Hoe heb je dit in beeld gebracht? “De vertelstemmen zijn de migranten in Zuid-Italië. Afrikaanse jongens van mijn leeftijd, die naar Europa zijn gekomen met een mythe in het hoofd over een veelbelovende toekomst. Vervolgens komen ze vast te zitten op de tomatenvelden, worden plukker. Wegkomen lukt niet wegens gebrek aan de juiste papieren. Ze worden racistisch bejegend en komen terecht in een raar kronkelsysteem: een vagevuur tussen twee continenten, omdat ze niet legaal mogen werken. Al hun dromen verinnerlijken ze in de tomaten, die vervolgens in vrachtwagens onze kant op komen. En daar zit ik dan als regisseur, met een eigen mythe in mijn kop, gelovend in die lekkere tomaat.”
Hoe krijg jij het als regisseur voor elkaar om (emotioneel) zoveel toenadering tot je hoofdpersonages (de migranten) te verkrijgen? “Ik ben extreem nieuwsgierig, vraag altijd door en zoek naar de diepere dialoog. Vanaf het begin probeer ik duidelijk te maken wat de afspraak is, waarom ik naar een plek kom. De verhouding tussen degene vóór de lens en mijzelf is altijd oneerlijk. Daarom wil ik eerlijkheid creëren. Zéker bij dit project waar ik als Europeaan tegenover staatlozen sta."
“We spraken tien jongens. Velen hadden hun verhaal nooit verteld, schamen zich. Wanneer ze familie opbellen zeggen ze dat het goed gaat. Het is de reden dat iedereen in de documentaire anoniem wil blijven.”
Tijdens de researchperiode kwamen jullie terecht in een getto. Hoe was die ervaring?
“De plek die we bezochten huisde 4.000 mensen in zelfgemaakte huizen. Ook gingen we naar een instituut opgezet door Senegalese mannen. Na een protestbeweging startten zij een huis met hulp van de gemeente; een plek zonder alcohol, drugsmisbruik en met normale werkcontracten. De veiligheid aldaar bood ruimte voor dialoog. Aanvankelijk weet je niet waar je terechtkomt. Een camera op iemand richten is in zekere zin een pistool. Jij bent de Europeaan die verhaal komt halen.”
Zo werd je oorspronkelijke idee voor een liefdesbrief geen lichte documentaire.
“Tijdens de reis zijn we op zoek gegaan naar plekken waar de contrasten tussen culturen het sterkste voelden. Het getto en de tomatenvelden waren afgesloten gebieden, waardoor ik het gevoel had niet in Italië te zijn. Ik dacht: Jezus, we moeten ook naar het Italië van de films en de romantiek. Gelukkig stuitten we op een priester, die helemaal leegliep. In de kerk predikte hij over de beste bereidingswijze van spaghetti met tomaten. Ik begreep: dit is de kleur die wij geven aan de ongelijke wereld om het dragelijk te maken. Ofschoon we soms moedeloos waren tijdens het maakproces, is het ook een hoopvolle documentaire. Iedereen die we spraken had moed voor de toekomst, in tegenstelling tot de hopeloosheid die wij dachten aan te treffen.” En wat Kiriko’s eigen toekomstplannen betreft: Nederland, Italië of Japan? “Ik weet het nog niet, en vind dat best prettig. Sowieso wil ik meer eten maken, proeven en voelen, in plaats van er abstract over te denken. Hoe? Door de rest van mijn leven zoveel mogelijk media door elkaar te blijven gebruiken. Dat geeft me energie.”
Interview door: Gina Miroula