De brug tussen Visual Effects en Productie

Gepubliceerd op

Een bruggenbouwer, zo werd Thijme Grol genoemd tijdens zijn jaren op de Filmacademie. Hij was in 2018 namelijk de allereerste student die in de richting Productie afstudeerde als VFX-producent. In de toekomst worden er meer van zulke bruggenbouwers opgeleid, want sinds 2019 bestaat de mogelijkheid om zo gespecialiseerd af te studeren.

De eerste die stappen op dat tot dan toe nog onbewandelde pad zette Thijme vanaf zijn tweede jaar, toen hij begon mee te werken aan verschillende animatie- en VFX-projecten. Vervolgens liep hij stage bij Framestore in Londen, een van de grootste visual effects studio's ter wereld, waar hij werkte aan de films Paddington 2, Thor Ragnarok, en Christopher Robin. Inmiddels volgt hij in de Britse hoofdstad de tweejarige masteropleiding productie aan de National Film and Television School (NFTS), met hulp van het het Prins Bernard Cultuurfonds en VandenEnde Foundation. Wanneer we met Thijme facetimen is hij net een maand begonnen op de NFTS, en heeft hij er al een paar “intense, maar leuke” weken opzitten.

Hi Thijme! Wist je eigenlijk al dat de VFX kant op wilde toen je begon op de academie? 
Nee, ik had nog geen idee. Ik heb wel altijd van animatie gehouden, een van mijn aanmeldingsfilms was ook een zelfgemaakt animatie-project. Ik zag mezelf als iemand die ideeën kan uitwerken, plannen schrijven en een team verzamelen – zo kwam ik al gauw uit op productie. Tijdens mijn eerste jaar merkte ik wel dat het op set staan echt niet mijn ding was.

Twijfelde je niet om over te stappen naar een andere richting?
Nee, want ik wist dat produceren veel breder is. In deze master bijvoorbeeld is het producentenvak ook echt een schrijversvak. Het idee voor een film kan ook vanuit mij ontstaan, dat hoeft lang niet altijd van een regisseur te komen. Ik kwam laatst bijvoorbeeld een kinderboek tegen waar ik meteen een animatieserie in zag. Daar heb ik vervolgens regisseur en scenarist bij gezocht, die dat samen met mij gaan realiseren.

Hoe kwam je er op de academie op om de richting van VFX op te gaan?
In mijn eerste jaar raakte ik goed bevriend met de studenten van de Visual Effects-afdeling. Dat waren mijn soort mensen, en tot de dag van vandaag een aantal van m’n beste vrienden. Toen het eerste meer algemene jaar achter de rug was kwam ik er al vrij snel achter dat ik toch iets met animatie wilde doen. De vriendengroep van VFX kwam met het idee om een animatiefilm als eindejaarsfilm te maken. Daar was ik meteen heel enthousiast over.

En, mocht dat?
Eerlijk gezegd kreeg ik eerst een dikke ‘nee’ te horen toen ik het aan onze studieleiders voorlegde. Maar na een aantal gesprekken met Kasper (Oerlemans, studieleider VFX & IM) en Anita (Smit, studieleider Productie) bleek er toch meer mogelijk. Dat ik moest doorvragen heb ik eigenlijk nooit als vervelend ervaren. Ik was de eerste die deze richtingen wilde combineren, dus het was ook logisch dat dat wat meer moeite kostte. Er waren altijd genoeg mensen die wilden meedenken.

In je derde jaar produceerde je de vierdejaars VFX-eindexamenfilm, Phoenix 38 (2017, Sander van Dijk). Hoe maakte je die stap?
In mijn tweede jaar zocht ik wat meer uitdaging. Anita kwam toen met het idee, en eigenlijk werd dat het begin van mijn ‘andere’ traject. Ik vond het spannend, ik had het gevoel dat ik net pas was begonnen als producent. Maar het team van Phoenix 38 bleek een van de sterkste met wie ik ooit heb samengewerkt. Ik heb heel veel van het Visual Effects-gedeelte geleerd. En aan het einde van mijn derde jaar kon ik gelukkig ook het animatieproject met mijn eigen VFX-jaar nog oppakken, wat Library of Things werd.

En toen besloot je een master te gaan doen. Hoe was die selectieprocedure?
Pittig! Ik mocht het werk wat ik op de academie had gemaakt bijvoorbeeld niet gebruiken in mijn aanmelding. Het gesprek was met nogal een intimiderende commissie van bekende Engelse filmmakers. Ik weet nog goed dat ik even later met tranen in mijn ogen middenin Londen weer op straat stond. Diezelfde avond had ik het eindexamendiner van mijn jaar, dus ik moest ook nog een vliegtuig halen. Ik mocht toen wel door naar de volgende ronde: vijf dagen lang met een groep allerlei opdrachten doen – van filmpjes maken tot pitchen voor de camera. We hadden het gevoel alsof we in een soort Hunger Games zaten. Ik was de laatste afvaller. Dat was, zacht uitgedrukt, een mega teleurstelling. Ik had al mijn kaarten op die opleiding gezet. Maar toen ik het een jaar later weer probeerde voelde de hele aanmeldingsprocedure gelukkig veel beter, en werd ik aangenomen.

Zie je jezelf in het buitenland werken na je master?
Dat wil ik de komende twee jaar gaan ontdekken. Het is wel spannend dat op deze school mensen uit het vak die bij bedrijven als Netflix en Disney werken, gewoon op bezoek komen. En ik vind het ook fijn dat commercie hier geen vies woord is. Er wordt juist veel gesproken over geld. Dat miste ik wel een beetje in Nederland, daar staat het kunst maken toch bovenop. Maar uiteindelijk wil je je film ook verkopen. Daar mag in het productievak best wat meer over gesproken worden vind ik.

Heb je nog tips voor studenten deze richting op willen?
Spreek vooral zo vroeg mogelijk uit tegen docenten en medestudenten welke kant je op wilt. En algemener advies (met het risico ontzettend cliché te klinken): uit de Filmacademie krijg je wat je er zelf in investeert. Dat is ook het mooie van de school. Ik weet nog goed dat Bart Römer zei: de helft geven wij, maar de andere helft moet jij geven. Passief achterover zitten gaat niet werken. Dan kun je het misschien wel net halen, maar dan heb je er niet veel aan gehad. Maar als je met genoeg motivatie start, kun je er heel veel uithalen. 

Delen