Jacques Hoendervangers van Pathé over het stimuleren van jong Nederlands filmtalent

Gepubliceerd op

Wanneer we Pathé-CEO Jacques Hoendervangers ontmoeten op het hoofdkantoor in Amsterdam heeft de bioscoopketen er net een goede week op zitten. Tenet van Christoper Nolan draait sinds eind augustus eindelijk in de bioscopen, na meerdere keren te zijn uitgesteld door de lockdown. En na een, zacht uitgedrukt, pittig jaar voor de branche geven de eerste bezoekcijfers van de film eindelijk een wat optimistischer beeld. “Nog een paar van dit soort titels,” zegt Jacques, “en dan sluiten we dit vreemde jaar toch nog enigszins goed af.” 

Reden voor ons bezoek aan Pathé is de langlopende samenwerking tussen de Filmacademie en de bioscoopketen, waar beide partijen de komende jaren extra invulling aan gaan gegeven. Pathé sponsort de NFA al sinds 1999 met een jaarlijkse bijdrage en vanaf 2021 wordt die samenwerking verder uitgebouwd, ook binnen het curriculum van de academie. “Denk bijvoorbeeld aan de ontwikkeling van een videoconcept ter promotie van Nederlandse film bij Pathé in samenwerking met de studenten,” aldus Jacques. “We willen Nederlands jong filmtalent stimuleren, en de NFA is daar natuurlijk de uitgelezen plek voor. Als marktleider vinden we dat we onze verantwoordelijkheid daarin moeten nemen.” 

 Pathé zit tegen 50% van het marktaandeel aan van alle Nederlandse bioscopen. Dat betekent dus dat bijna 1 op de 2 mensen die naar de film gaat voor Pathé kiest. De kaart van Nederland aan de muur in Jacques’ kantoor, met daarop gele vlaggetjes van Pathé in zo’n beetje alle hoeken van Nederland, illustreert dat. Jacques: “Hierdoor hebben we veel kennis over Nederlandse bezoekers en hun smaak en voorkeuren. Daarom is het goed voor studenten om Pathé te kennen en te weten wie ons publiek. Door deze informatie te delen hopen we filmmakers in spé te helpen met het maken van goede, maar ook succesvolle films. Iedere film verdient een zo groot mogelijk publiek en samen kunnen filmmaker en bioscoopexploitant daarvoor zorgen.” 

 Nederlandse film is sowieso een belangrijke pijler voor Pathé. Zo vertonen ze vrijwel alle Nederlandse films die uitkomen – in 2019 waren dat er zo’n 75. “We voelen ons verantwoordelijk voor de Nederlandse film. En het helpt ook wanneer deze titels in Pathé draaien. Met ons marktaandeel kunnen we de Nederlandse film echt een zet geven, en het ondersteunen van Nederlands filmtalent hoort daarbij,” aldus Jacques. Dit doet Pathé onder andere door de uitreiking van de Abraham Tuschinski-award aan de beste afstudeerfilm van dat jaar, een samenwerking met het Nederlandse Filmfestival, en dus ook de samenwerking met de NFA. Jacques: “Veel van de films die het aanstormend filmtalent van de Nederlandse Filmacademie later gaat maken, zullen bij ons worden vertoond. Penoza van regisseur en NFA-alumnus Diederik van Rooijen was bijvoorbeeld onze meest bezochte Nederlandse film van 2019. En April, May & June van Will Koopman, die ook op de NFA zat, staat nu in de top drie van best bezochte Nederlandse films in 2020. En recent doet Alles is hoe het zou moeten zijn van NFA-alumnus Ruud Schuurman het hartstikke goed. Om er maar drie te noemen.” 

 Maar het zijn lang niet alleen commerciële successen zoals de titels hierboven waar Pathé op mikt. Hoewel veel NFA-studenten met een Cineville-pas op zak dat misschien stiekem wel zouden denken. Aan Pathé kleeft nog altijd een beetje het imago dat het de plek is om naartoe te gaan wanneer je (wél met popcorn) de grote blockbusters wilt kijken. Een beeld wat niet helemaal terecht is. Jacques: “Het idee heerst dat je naar ons toe gaat voor de grote commerciële releases, maar we hebben juist een heel brede programmering met daarin ook veel arthouse. Ons aanbod verschilt vooral heel erg per locatie, ook binnen een stad. In Pathé City in Amsterdam zie je nu bijvoorbeeld dat de meerderheid van wat er wordt gedraaid arthouse is, en ook Tuschinski heeft daarin een breed aanbod. Wil je voor die blockbusters gaan en een van onze ‘experience technologieën’ zoals IMAX of  4DX dan kun je weer terecht in De Munt of Arena.” 

 De afgelopen maanden in deze ongewone periode begonnen kleinere producties zelfs de boventoon te voeren in de programmering. Doordat de releases van veel grote titels werden uitgesteld, of zelfs de bioscoop oversloegen en rechtstreeks op streamingplatformen kwamen, konden de gaten die ontstonden opgevuld worden met kleinere films. Jacques: “De afgelopen maanden had Dutch Film Works in onze top tien meest bezochte films, maar liefst zeven titels staan. Waar normaal de grote studio’s het gros van de plekken innemen, domineren nu Nederlandse films. Met name omdat zij hun nek hebben durven uitsteken in deze onzekere tijd en hun films wél uitbrengen.” Maar het vertonen van arthouse-films, ook van Nederlandse bodem, was en is een speerpunt voor Pathé. Daar is Paradise Drifters van NFA-alumnus Mees Peijnenburg een mooi voorbeeld van. De debuutfilm van de regisseur, die in 2013 afstudeerde op de academie, draait sinds 3 september naast kleine filmtheaters ook door het hele land in Pathé-bioscopen. “En ook buiten deze uitzonderlijke tijd zal Pathé altijd ruimte blijven maken voor dit soort verhalen van jong talent,” aldus Jacques. 

 

Delen