Of een film je raakt, heeft voor 99% met scenario te maken

Binnen enkele minuten valt al op dat hun ogen beginnen te twinkelen. Loulou Swarte, laatstejaarsstudente Scenario, en Hans Heesen, schrijver, scenarist en studieleider, delen een grote passie voor het scenarioschrijvervak. Een vak dat zowel een kunst is als een ambacht. Ook een vak dat zowel te vergelijken is met het maken van een auto als met het oplossen van een puzzel. Maar bovenal een vak dat je uitoefent als je een onbeheersbare drang voelt om verhalen te vertellen.

Loulou: “Ik verzuimde heel veel huiswerk om te schrijven, ik schrijf al sinds mijn dertiende. Bij toeval ontdekte ik de Filmacademie, mijn vader reed langs een poster voor de open dag. Daar had ik meteen het gevoel dat de richting Scenario de ideale combi was van de dingen die ik leuk vond; verhalen schrijven en film – ik was verslaafd aan televisie. Bij mijn aanmelding stuurde ik onder andere een lang verhaal mee over de Franse Revolutie, dat ik op mijn zestiende had geschreven.” 

Hans: “Ik herinner me het nog goed. Het was zowat een roman! Na 10 à 15 pagina’s wist ik al ‘die kan schrijven, die heeft zin om te vertellen én die heeft zitvlees’. Hoewel het literair proza was, was het ook heel visueel geschreven. Het beeld dat ze schepte van een cape die door de modder sleept, zie ik nog steeds voor me.”

Wat is nog meer goed om te weten als je toegelaten wilt worden?

Hans: “Bij het selecteren van kandidaten let ik er nooit op of iets volgens de regels is geschreven, eenmaal op de Filmacademie leer je die binnen een week. Wel let ik erop of je iets te vertellen hebt en dat met smaak weet te doen. Aristoteles zei ooit dat drama schrijven iets is voor intelligente en geestdriftige mensen, dat zijn dan ook de twee dingen waar we het meeste op letten. Geestdrift blijkt als je in staat bent om dingen die gezegd worden voor je te zien, bijvoorbeeld in een brainstorm. Intelligentie heb je nodig om dat idee van alle kanten te bekijken en om na twaalf ideeën toch nog met een dertiende te komen.”

Loulou: “In de eerste plaats moet je schrijven leuk vinden. Schrijven is soms bikkelen maar de reden dat ik soms nachten doorhaal is omdat ik van het schrijven geniet of het nou scripts zijn of  studieopdrachten.”

Omschrijf het scenariovak eens…

Hans: “Het is een raar en specifiek vak omdat het zowel een kunst is als een ambacht. Je hebt genoeg jonge schrijvers die uit het niets ineens een geweldige roman schrijven, Reve, Mulisch,… . Uit het niets een goed script schrijven lukt (bijna) niet omdat je als het ware een verhaal moet vertellen in een andere taal. In Hollywood zeggen ze ‘show, don’t tell’ maar Jos Stelling, een filmmaker waar ik veel mee heb gewerkt, gaat een stap verder, hij zegt ‘suggest, don’t tell’. Ook door dat wat je weglaat kun je iets vertellen. Daarin zit zelfs de lol!” 

“Een scenarioschrijver moet niet alleen een auto ontwerpen maar ook zorgen dat ‘ie rijdt, je bent als scenarioschrijver behalve ontwerper ook de mecanicien, leverancier van de benzine en degene die het contactsleuteltje brengt, anders heb je er niks aan. Het technische aspect dat aan het scenarioschrijven kleeft, wordt vaak onderschat.”

Loulou: “Voor mij voelt scenarioschrijven als een puzzel. Alle stukjes moeten kloppen, je moet met elk personage rekening houden, alle acties moeten kloppen en het moet een interessant verhaal zijn. Alles wat je gebruikt moet óf terugkomen óf zo subtiel zijn dat het niet erg is als het wegblijft. Als schrijver heb je het heft in handen.” 

En wanneer is een script nou écht goed?

Hans: “Soms zie je een film waarin iets heel heftigs gebeurt; iemand wordt vermoord, aangerand of verkracht. Je zit erbij, kijkt ernaar maar het grijpt je niet aan. Terwijl een andere film je wel raakt. Het verschil heeft voor 99% met scenario te maken. Als je niet met een verhaal kunt meeleven, ontbreekt er vaak iets aan het script. De scenarioschrijver moet al aan het begin van een verhaal een zaadje bij de kijker weten te planten waardoor jij als kijker met de hoofdpersoon gaat meeleven. Om terug te komen op de vergelijking met de auto: om de kijker met een verhaal mee te laten leven, moet je niet alleen de auto maar ook de motor weten te ontwerpen.”

Als je zelf al veel schrijft, hoe kun je je op de Filmacademie dan nog ontwikkelen?

Loulou: “Scènes hebben vaak verschillende lagen, neem een scene waarin een man en vrouw aan het kibbelen zijn over wat ze die avond zullen eten. De scène kan daarover gaan maar ook subtekst zijn voor een relatie die op een dood spoor is beland. Wat ik vroeger opschreef dat gebeurde, gebeurde ook of had een diepere laag waar ik me niet van bewust was. Nu weet ik dat een scène meer kan zijn dan dat wat je ziet.” 

Hans: “Er is veel aandacht voor de ontwikkeling van ieder individuele schrijverspersoonlijkheid. En komend jaar willen we het tweede studiejaar opzetten in de vorm van een writersroom waarin je in twee groepjes van elk vijf leerlingen gaat schrijven. Een veilige en beschermde manier om het schrijven te oefenen omdat dat wat je schrijft niet direct met de schrijfsels van je buurman worden vergeleken, hij redigeert jouw tekst en een derde voegt er dialogen aan toe. Ook series worden vaak samen, op die manier, geschreven. Daarbij werken we veel met gastdocenten zoals Pieter Bart Korthuis (Penoza), Esther Wouda (In Therapie) en Frank Ketelaar (Overspel) en organiseren we jaarlijks een symposium met internationale scenariostudenten uit Praag, Londen en Berlijn.”

Loulou: “Ik vond masterclasses, bijvoorbeeld die van Maria Goos over dialoogschrijven, heerlijk omdat iemand uit vak commentaar geeft op jouw idee of scène. Die kritiek is heel fijn omdat ik het komt van mensen die weten waar ze het over hebben en goede argumenten geven om mijn teksten te verbeteren. Daar heb ik veel van geleerd.” 

Is wie de ambitie heeft om verhalen te vertellen automatisch een schrijver?

Hans: “Ook mensen die zich voor de richting Regie aanmelden, kunnen bij Scenario terechtkomen. Volgens onze gastdocent Jean van de Velde, zelf schrijver én regisseur, is het makkelijker om als scenarist door te stromen naar het regisseurschap dan andersom.”

Loulou: “Wil je een documentaire maken, dan is het heel handig om te weten hoe je iets moet vertellen. Als je iets op een dramatische manier wilt vertellen is het verhaal van a tot z brengen niet altijd de beste manier. In de richting Scenario leer je ook hoe je verhalen nog beter overbrengt aan publiek.”

Tenslotte, hoe zit het met jullie eigen ambities?

Loulou: “Ik wil graag goede scripts schrijven die dan hopelijk tot goede films gemaakt worden, en het is leuk als mensen je film zien en goed vinden. Bij het schrijven van een script werk je samen met een regisseur en ik vind het fijn om feedback, adviezen en suggesties te krijgen. Daarnaast vind ik het fijn om vrij gelaten te worden, om de vrijheid te hebben om lekker te schrijven.”

Hans: “Ik wil dat een student zijn persoonlijkheid verder ontwikkelt zodat hij of zij datgene kan schrijven wat een ander niet had kunnen schrijven. Loulou is bijvoorbeeld heel origineel en heel professioneel kritisch. Ik hoop dat zij veel autonome scripts gaat schrijven.”

Delen