Anne Barnhoorn in Toronto

Door: Anne Barnhoorn
September 2012

2009. Regisseur Michiel ten Horn en ik hebben samen de One Night Stand 'Alex in Amsterdam' gemaakt. Nu willen we samen een Oversteek indienen. Als producent hebben we Iris Otten van Pupkin Film benaderd. In een café aan de Willemsparkweg besluiten we met z’n drieën te gaan indienen.

Drie jaar later is onze film 'De Ontmaagding van Eva van End' een feit. Een tragikomische film over het gezin van End, die zich met de komst van een in alle opzichten perfecte Duitse uitwisselingstudent in hun gezin plotsklaps niet meer kunnen voorstellen hoe ze ooit met hun imperfecte zelf hebben kunnen leven. Op het filmfestival in Toronto gaat hij in wereldpremière. 

We draaien in het Discovery Program. Een onderdeel van het festival waarin debuutfilms van over de hele wereld centraal staan. Het filmfestival van Toronto is groot. Heel groot. Niet alleen qua omvang maar ook qua aanzien. Een van de belangrijkste festivals ter wereld is het zelfs. Het kloppend hart van het festival bevindt zich op King Street West. Hele drommen mannen in pak en vrouwen in kokkerrok lopen hier de stoep plat. Allemaal zo’n persoonlijke festivalpas aan een keychord om de nek. Voor de bioscopen staan lange rijen bezoekers te wachten tot ze hun zaal in mogen. Iris, Michiel en ik kijken elkaar aan. Zouden er voor onze film ook zulke rijen komen?

Op de avond van onze première ben ik extreem nerveus. Een hartslag waar je energie voor een heel gezin mee kan opwekken. Mijn zorgvuldig uitgekozen outfit plakt me van het angstzweet tegen de rug, mijn maar aanblijvende jetlag doet me duizelen. De zaal zit bomvol. Wat een idioot idee dat deze Canadezen onze film eerder gaan zien dan de mensen in Nederland. Sterker nog, eerder dan mijn eigen ouders.
In het midden van de zaal zit een rijtje vrouwen van middelbare leeftijd, type boekenclub. Ik schrik. Mijn God. Gaan die deze film vol politiek incorrecte grappen wel trekken? Straks lopen er allemaal mensen weg tijdens de film. Stel je voor. De halve zaal leeg als het licht weer aan gaat. Maar als er tijdens het eerste shot al gelachen wordt ontspan ik een beetje. Een beetje maar. Die hysterische hartslag laat zich niet bedwingen.

Na de eerste scènes verschijnt de titel in beeld. ‘De ontmaagding van Eva van End’ wordt in het engels vertaald als ‘The Deflowering of Eva van End’. Mooi toch. Ik moet er gewoon een beetje van janken. Want het klinkt allemaal heel idyllisch, in premiere op het filmfestival van Toronto. Maar de weg naar het grote scherm was lang niet altijd makkelijk. Hoe vaak heb ik me niet in foetus houding opgekruld tijdens de ontwikkeling van het scenario, wanhopig "ik kan het niet" mompelend. En hoeveel nachten heeft Michiel wel niet wakker gelegen tijdens de pre-produktie. Hoe vaak hebben Iris en Ernie Tee (zonder wie ik dit scenario niet had kunnen schrijven) ons niet moeten oppeppen. En kijk ons nou zitten hier. In Toronto. We fucking did it man. Het gelach vanuit het publiek is de beste beloning die ik me kan voorstellen. Een keer wordt er zelfs tijdens de film al geklapt. Als ik me omdraai zie ik dat dit van de boekenclub af komt.

Niemand is weggelopen als het zaallicht weer aangaat. Steve, onze programmeur, roept ons naar voren voor de Q&A. Steve is een soort van filmhippie met een nep voortand die hij te pas en te onpas uitdoet. Bijvoorbeeld als hij een kauwgompje wil eten. Hij heeft meer dan driehonderd films gezien voor dit festival en is wild enthousiast over die van ons. Het publiek is geïnteresseerd en stelt behoorlijk intelligente vragen. Iedereen lijkt hier filmmaker, -criticus of -fanaat te zijn. Veel mensen komen ons persoonlijk feliciteren. Een dikke Aziaat, die denkt dat we beroemd zijn in Nederland, wil met ons op de foto.

De volgende dag zit ik in de zogenaamde filmmakers lounge in het Hyatt hotel. Om me heen weer al die bungelende festivalpassen. Ik zit hier met een manager en een agent uit, jawel, Hollywood. Ik wist niet wat me overkwam toen zo’n figuur me na afloop van de film benaderde en me vol overtuiging ‘a unique talent’ noemde. Nu zit hij me al geruime tijd uit te leggen hoe ik een serie voor de Amerikaanse tv zou kunnen opzetten en hier tot in het einde der tijden geld aan zou kunnen verdienen. "Are you ready to move to L.A.?" vraagt hij, terwijl hij me gewichtig aankijkt. Ik kijk glazig terug. Hoe serieus moet ik dit nemen? Niet, is het advies. Maar… stel nou dat? Het zou toch kunnen? Misschien…?

Na die eerste screening is de druk eraf en kunnen we genieten. Genieten van borrels, diners waarbij Steve steevast zijn tand uitdoet, karaoke avonden waarbij internationale filmmakers zich voor schut zetten, Canadian ice wine, nog drie uitverkochte screenings van onze film en - last but certainly not least - de Niagara Falls. En ook als het niks wordt met mij als schrijver in Hollywood, de herinnering aan Toronto neem ik in ieder geval met me mee tot aan het einde der tijden.

Delen